top of page
The only sin that is not forgiving is a rejection of the word of God.

Oefen niet met zondigen

"Wil je geloven wat de Bijbel zegt

of wat je geleerd hebt, staat er?"

1

"Zonde die tot de dood leidt, is de opzettelijke weigering om in Yeshua Messias te geloven, Gods geboden op te volgen en zijn broeders lief te hebben."

 

De enige zonde die niet vergeven is, is een verwerping van het woord van God.

4Iedereen die zondigt, beoefent ook wetteloosheid; zonde is wetteloosheid.5 Jij weet dat hij verscheen om zonden weg te nemen, en in hem is geen zonde.6Nee iemand die in hem blijft, blijft zondigen; niemand die blijft zondigen heeft hem gezien of gekend.7 Weinig children, laat je door niemand misleiden.Wie gerechtigheid beoefent, is rechtvaardig, zoals hij rechtvaardig is. 8 Wie er een gewoonte van maakt om te zondigen, is van de duivel, want de duivel heeft vanaf het begin gezondigd. De reden dat de Zoon van God verscheen, was om de werken van de duivel te vernietigen.9Nee iemand die uit God geboren is, beoefent het zondigen, want Gods zaad blijft in hem; en hij kan niet blijven zondigen, omdat hij uit God geboren is. 10 door dit is duidelijk wie de kinderen van God zijn en wie de kinderen van de duivel zijn: wie de gerechtigheid niet beoefent, komt niet uit God, evenmin als degene die zijn broeder niet liefheeft.

Elkaar liefhebben

11 Voordit is de boodschap die je vanaf het begin hebt gehoord, dat we van elkaar moeten houden.12 Wij zou niet moeten zijn zoals Kaïn, die van de boze was en zijn broer vermoordde. En waarom heeft hij hem vermoord? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.13 doen niet verbaasd zijn, broeders,C dat de wereld je haat.14 We weten dat we uit de dood in het leven zijn overgegaan omdat we de broeders liefhebben. Wie niet liefheeft, blijft in de dood. 15 Iedereen wie zijn broer haat is een moordenaar, en je weet dat geen enkele moordenaar eeuwig leven in zich heeft.

16 doordit kennen we liefde, dat hij zijn leven voor ons heeft gegeven, en wij zouden ons leven moeten geven voor de broers.17Maar als iemand de goederen van de wereld heeft en zijn broeder in nood ziet, maar toch zijn hart voor hem sluit, hoe blijft Gods liefde dan in hem? 18 Kindertjes, laten we niet liefhebben met woorden of woorden, maar met daden en in waarheid.

19 Doordit zullen we weten dat we van de waarheid zijn en ons hart voor hem geruststellen;  20want telkens wanneer ons hart ons veroordeelt, is God groter dan ons hart, en hij weet alles.21 Geliefde, als ons hart ons niet veroordeelt, hebben we vertrouwen voor God; 22Enwat we ook vragen, we ontvangen van hem omdat we zijn ja houden Christus en heb elkaar lief, zoals Hij ons heeft bevolen. 24 Wie zijn geboden onderhoudt, blijft in God,  en God in hem. En hierdoor weten we dat hij in ons blijft, door de Geest die hij ons heeft gegeven.

Het volgende is een lijst van dingen die de Bijbel als een gruwel beschouwt:

  • Onreine dingen (Lev. 7:21)

  • Iedereen die iets onreins aanraakt - of het nu menselijke onreinheid is of een onrein dier of enig onrein schepsel dat over de grond beweegt - en dan eet van het vlees van het dankoffer dat van de HEER is, moet uit zijn volk worden verwijderd.'”

  • Gebruiken van heidenen (Lev. 18:30)

  • “Al deze afschuwelijke activiteiten worden beoefend door de mensen van het land waar ik je naartoe breng, en zo is het land verontreinigd.

  • Afgoden (2 Kron. 15:8; 1 Petr. 4:3)

  • Zonden van mensen (Ps. 14:1; 53:1)

  • Vreemdgaan (Mic. 6:10)

  • Verloren zielen (Openbaring 21:8)

  • Maar wat betreft de lafaards, de trouwelozen, de verfoeilijken, wat betreft de moordenaars, de ontuchtplegers, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars, hun deel zal zijn in de poel die brandt van vuur en zwavel, wat de tweede dood is.”

  • Een voorwaartse man (pervers; iemand die afwijkt (Spreuken 3:32; 11:20)

  • Een trotse blik (Spreuken 6:16-17)

  • Een liegende tong (Spr. 6:17; 12:22)

  • Handen die onschuldig bloed vergieten ((Pro. 6:17)

  • Een boos, snode hart (Spreuken 6:18)

  • Voeten die snel zondigen (Spreuken 6:18)

  • Een valse getuige die leugens spreekt (Spreuken 6:19)

  • Een zaaier van onenigheid (Spreuken 6:19)

  • Slechtheid (Spreuken 8:7)

  • Een verkeerde balans of weegschaal (Spreuken 11:1)

  • Offers van de goddelozen (Pro. 15:8; 21:27)

  • De weg van de goddelozen (Spreuken 15:9)

  • De gedachten van de goddelozen (Spreuken 15:26)

  • De trotsen van hart (Spreuken 16:5)

  • De goddelozen rechtvaardigen (Pro. 17:15)

  • De rechtvaardigen veroordelen (Spreuken 17:15)

  • Divers, oneerlijke gewichten (Pro. 20:10, 23)

  • Divers, oneerlijke maatregelen (Spreuken 20:10)

  • Weigeren om naar de wet te luisteren (Spreuken 28:9)

  • Gebeden van de rebel (Spreuken 28:9)

  • Vlees van dankoffers eten op de 3e dag (Lev. 7:18)

  • Sommige handelingen van hetzelfde geslacht (Lev. 18:22; 20:13; Dt. 23:18) See 

  • Versieringen van afgoden nemen wanneer ze vernietigd worden (Dt. 7:25-26)

  • Alle afgodische praktijken (Dt. 12:31; 13:14; 17:4; 18:9; 20:18; 29:17)

  • Een onvolmaakt dier aan God offeren als een offer (Dt. 17:1)

  • Elk verkeer met demonen (Dt. 18:7-12)

  • Het dragen van kleding van het andere geslacht (Dt. 22:5)

  • Het loon van een hoer of sodomiet in Gods huis brengen (Dt. 23:18)

  • Hertrouwen van voormalige metgezellen (Dt. 24:1-4)

  • Anderen bedriegen (Dt. 25:13-16)

  • Beelden/afgoden maken (Dt. 27:15)

  • Afgoden van Ammon (1 Kon. 11:5)

  • Afgoden van Moab (1 Kon. 11:7; 2 Kon. 11:13)

  • Afgoden van Sidon (2 Kon. 23:13)

  • Wierook geofferd door huichelaars (Jes. 1:13)

  • Onreine dingen eten (Jes. 66:17)

  • Mensenoffers brengen (Jeremia 32:35)

  • Diefstal (Ezech. 18: 6-13)

  • Moord (Ezech. 18: 6-13)

  • Overspel (Ezechiël 18:6-13)

  • Onderdrukking van anderen, in het bijzonder de armen of kwetsbaren (Ezech. 18: 6-13)

  • Geweld (Ezech. 18: 6-13)

  • Geloften breken (Ezechiël 18:6-13)

  • Lenen met rente aan een broeder (Ezechiël 18:6-13)

  • Liggen bij een menstruerende vrouw (Ezechiël 18:6-13)

  • Hardheid van hart (Ezech. 18: 6-13)

  • Onrecht (Ezechiël 18:6-13)

  • Aanbidding van de antichrist (Dan. 11:31; 12:11; Mt. 24:15; 2 Th. 2:4; Openb. 13)

  • Incest (Lev. 19: 6-30)

  • Dingen die door de mens hoog worden gewaardeerd (Lukas 16:15)

  • Vele andere zonden van de volkeren (Lev. 18:26-29; Dt. 18:9-12; 20:18; 29:17; 1 Kon. 14:24; 21:2, 11; 23:24; 2 Kron. 28:3; 33:2; 34:33; 36:14; Ezech. 7: 3-20; 8: 6-17; 16: 2-58; 20: 4-30; Openb. 17: 4-5 )

bottom of page