Hebreeën 8:8-12
8 Want hij vindt fouten op hen als hij zegt:A]
Zie, de dagen komen, spreekt de Heer,
wanneer ik een nieuw verbond sluit met het huis van Israël
en met het huis van Juda,
9 niet zoals het verbond dat ik met hun vaders heb gesloten
op de dag dat ik ze bij de hand nam om ze uit het land Egypte te leiden.
want zij bleven niet in mijn verbond,
en dus toonde ik geen zorg voor hen, verklaart de Heer.
10Want dit is het verbond dat Ik zal sluiten met het huis van Israël
na die dagen, verklaart de Heer:
Ik zal mijn wetten in hun gedachten leggen,
en schrijf ze op hun hart,
en ik zal hun God zijn,
en zij zullen mijn volk zijn.
11En zij zullen niet leren, ieder zijn naaste
en ieder zijn broer, zeggende: 'Ken de Heer'
want ze zullen me allemaal kennen,
van de minste tot de grootste.
12 Want Ik zal barmhartig zijn voor hun ongerechtigheden,
en ik zal hun zonden niet meer herinneren.”