top of page

Onze hemelse woning

1 Want we weten dat als de tent die ons aardse huis is, wordt afgebroken, we een gebouw van God hebben, een huis dat niet met handen is gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. 2 Want in deze tent kreunen wij, verlangend om onze hemelse woning aan te trekken, 3 als wij door die aan te trekken inderdaad niet naakt gevonden worden. 4 Want terwijl we nog in deze tent zijn, kreunen we, belast — niet dat we ons willen ontkleden, maar dat we nog meer gekleed willen worden, zodat het sterfelijke door het leven kan worden verzwolgen. 5 Hij die ons hierop heeft voorbereid, is God, die ons de Geest als garantie heeft gegeven.

6 We houden dus altijd goede moed. We weten dat we, zolang we thuis zijn in het lichaam, niet bij de Heer zijn, 7 want we wandelen door geloof, niet door aanschouwen. 8Ja, we hebben goede moed en we zijn liever weg van het lichaam en thuis bij de Heer. 9 Dus of we nu thuis zijn of niet, we stellen ons ten doel hem te behagen. 10 Want wij moeten allemaal voor de rechterstoel van Christus verschijnen, opdat een ieder krijgt wat hij verdient voor wat hij in het lichaam heeft gedaan, hetzij goed of kwaad.

bottom of page